Deense grammatica
Een introductie tot de grammatica
Woordvolgorde
Het Deens heeft als woordvolgorde subject - werkwoord - object. In de zin "Hond bijt man" is de hond degene die bijt en de man degene die gebeten wordt. Door de woordvolgorde te veranderen verandert ook de betekenis van de zin.
Zelfstandige naamwoorden - De man, de vrouw, het kind....
Lidwoorden - De, het, een...
Bijvoeglijke naamwoorden - Mooi, lelijk, fijn....
Persoonlijke voornaamwoorden - Ik, jij, hij....
Bezittelijke voornaamwoorden - Mijn, jouw, ons....
Werkwoorden - Ik werk, hij werkt.....
Werkwoorden
Werkwoorden - algemeen over werkwoorden
Zijn - at være
Hebben - at have
Bidden - at bede
Betekenen - at betyde
Bijten - at bide
Binden - at binde
Blijven / worden - at blive
Brengen - at bringe
Barsten - at briste
Breken - at bryde
Moeten - at burde
Bieden - at byde
Dragen - at bære
Trekken - at drage
Drinken - at drikke
Drijven - at drive
Sterven - at dø
Verbergen - at dølge
Vallen - at falde
Vinden - at finde
Vloeien - at flyde
Vliegen - at flyve
Verlaten - at forlade
Vriezen - at fryse
Stuiven - at fyge
Volgen - at følge
Krijgen - at få
Willen - at gide
Geven - at give
Glijden - at glide
Wrijven - at gnide
Grijpen - at gribe
Huilen - at græde
Gelden - at gælde
Doen - at gøre
Gaan - at gå
Heten - at hedde
Hijsen - at hive
Helpen - at hjælpe
Houden - at holde
Hangen - at hænge
Jagen - at jage
Klinken - at klinge
Knijpen - at knibe
Komen - at komme
Kruipen - at krybe
Kunnen - at kunne
Laten - at lade
Lachen - at le
Lijden - at lide
Liggen - at ligge
Luiden - at lyde
Liegen - at lyve
Leggen - at lægge
Lopen - at løbe
Mogen - at måtte
Genieten - at nyde
Rijden - at ride
Stromen - at rinde
Scheuren - at rive
Roken - at ryge
Reiken - at række
Zien - at se
Zitten - at sidde
Zeggen - at sige
Schreeuwen - at skrige
Schrijven - at skrive
Zullen - at skulle
Schieten - at skyde
Snijden - at skære
Ontsnappen - at slippe
Slaan - at slå
Smeren - at smøre
Slapen - at sove
Springen - at springe
Vragen - at spørge
Stijgen - at stige
Steken - at stikke
Stinken - at stinke
Stelen - at stjæle
Strijden - at stride
Strijken - at stryge
Strekken - at strække
Staan - at stå
Slinken - at svinde
Zwaaien - at svinge
Zweren - at sværge
Lijken - at synes
Zingen - at synge
Zinken - at synke
Verkopen - at sælge
Zetten - at sætte
Nemen - at tage
Zwijgen - at tie
Treden - at træde
Ontmoeten - at træffe
Trekken - at trække
Durven - at turde
Dwingen - at tvinge
Tellen - at tælle
Weten - at vide
Wijken - at vige
Willen - at ville
Winnen - at vinde
Wringen - at vride
Wekken - at vække
Kiezen - at vælge
Wachten - at vente
Rennen - at løbe
Zwemmen - at svømme
Leiden - at lede
Kijken - at kigge
Horen - at høre
Luisteren - at lytte
Voelen - at føle
Denken - at tænke
Spreken - at tale
Praten - at snakke
Roepen - at råbe
Antwoorden - at svareBegrijpen - at forstå
Maken - at lave
Kopen - at købe
Werken - at arbejde
Leven - at leve
Eten - at spise
Lezen - at læse
Beminnen - at elske
Haten - at hade
Zoenen - at kysse
Zoeken - at søge
Kennen - at kende
Spelen - at lege
Beginnen - at begynde
Eindigen - at slutte
Vergeten - at glemme
Herinneren - at huske
Verliezen - at tabe
2025 Harmen Schoonekamp | Contact | Talennet | Webplattegrond. . .
" Er zijn drie soorten leugens: leugens, verdomde leugens en statistiek.
Der er tre former for løgn: løgn, forbandet løgn og statistik
"